Methodiek
We hebben het methodiekboek samengevat in een beknopte versie om een idee te kunnen geven van onze werkwijze. Deze kan je via de knop hieronder raadplegen.
2.1. Vier manieren van leren
Kolb stelt dat we vier basismanieren van leren gebruiken, en dat we ons die allemaal als kind eigen maken. Het zijn heel uiteenlopende manieren om met de wereld om te gaan. Twee manieren van leren hebben te maken met de wijze waarop we grip krijgen op de wereld: meer concreet of meer abstract. Bij concrete ervaring draait het om betrokkenheid bij ervaringen en echte situaties. De nadruk ligt meer op de unieke en complexe realiteit dan op theorie en veralgemeningen, meer op voelen dan op denken. Beslissingen zijn meer intuïtief dan wetenschappelijk. Menselijke relaties zijn belangrijk. Bij abstract conceptualiseren draait het om logica, ideeën en concepten. De nadruk ligt meer op het creëren van algemene theorieën dan op een intuïtief begrip van een uniek, specifiek gegeven, meer op denken dan op voelen. Systematische planning, nauwkeurigheid en analyse zijn belangrijk. Een voorbeeld om te verduidelijken: je kan rozen kennen door al eens een roos gezien en geroken te hebben (concrete ervaring) en je kan weten wat een roos is door erover gelezen te hebben (abstract conceptualiseren).
De twee andere manieren van leren hebben te maken met de wijze waarop we informatie verwerken: door te reflecteren of door te doen. Bij reflectief observeren staat het begrijpen van de betekenis van ideeën en situaties door zorgvuldige observatie, beschrijving en reflectie centraal. Verschillende perspectieven en een weloverwogen, onpartijdig oordeel zijn belangrijk. De eigen gedachten, gevoelens en intuïtie spelen een rol bij het vormen van een mening. Bij actief experimenteren staat het realiseren van dingen centraal: invloed uitoefenen op de omgeving, mensen beïnvloeden, situaties veranderen. Het is geen probleem om risico’s te nemen om doelen te bereiken. De nadruk ligt meer op praktische toepassingen en doen dan op reflectief begrijpen en waarnemen. Om bij ons voorbeeld te blijven: je kan meer te weten komen over rozen door er meer over op te zoeken en ze te bestuderen (reflectief observeren) of door er zelf mee aan de slag te gaan (actief experimenteren).
Niemand komt tot leren zonder een combinatie van twee van deze basismanieren: één om grip te krijgen en één om te verwerken. De vier basismanieren om met de wereld om te gaan zijn zoals gezegd zeer verschillend. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat mensen bepaalde voorkeuren ontwikkelen en zich eerder via de ene manier van leren oriënteren dan via een andere. Het leerproces verloopt dus niet voor iedereen hetzelfde.
Lees verder
2.2. Vier leerstijlen