Methodiek



We hebben het methodiekboek samengevat in een beknopte versie om een idee te kunnen geven van onze werkwijze. Deze kan je via de knop hieronder raadplegen.

inhoudstafel

3.3. Drie basisvoorwaarden


Als je wil dat deelnemers hun eigen leerproces actief en creatief mee vormgeven, dan is een comfortabele en stimulerende leeromgeving een must. Een dergelijke leeromgeving is gebaseerd op drie basisvoorwaarden: veiligheid, vrijheid en uitdaging. Deze voorwaarden zijn nauw met elkaar verweven. Als je de veiligheid vergroot, zal dat ten koste gaan van de uitdaging. Vrijheid en veiligheid gaan tot op zekere hoogte hand in hand, maar als de vrijheid te groot wordt, zal het veiligheidsgevoel verlagen. Een te grote uitdaging aanpassen aan de groep kan je doen door de veiligheid te vergroten, bijvoorbeeld door richtlijnen mee te geven waarbinnen een oplossing gezocht kan worden. Enzovoort. Het evenwicht tussen de drie basisvoorwaarden is verschillend naargelang de groep en de activiteit, maar evolueert ook tijdens de activiteit zelf. Een constant uitgebalanceerde verhouding is de sleutel tot een stimulerende leeromgeving.






Veiligheid
Deelnemers moeten zich veilig voelen om te kunnen leren. Hoe veiliger ze zich voelen, hoe verder ze buiten hun vertrouwde terrein zullen willen zoeken naar nieuwe oplossingen, hoe meer ze geneigd zullen zijn om hun bestaande kennis en visies echt in vraag te stellen. Het omgekeerde geldt ook: wie zich onveilig voelt, zal proberen om vertrouwd terrein op te zoeken en zal zich beperken tot de gekende oplossingsstrategieën. Indien het onveiligheidsgevoel te groot wordt, kan de deelnemer in kwestie zich zelfs terugtrekken.

Om een veilige situatie te creëren, zijn twee dingen belangrijk. Ten eerste moet duidelijk zijn dat fouten maken mag, of zelfs nog beter: dat er geen specifieke standaard is waaraan de deelnemers moeten voldoen. Ten tweede moet je persoonlijke visies en oplossingen aanmoedigen en waarderen. Alleen dan kan je risico, experiment en creativiteit stimuleren (cf. vrijheid). BAMM gebruikt vier pijlers om veiligheid te creëren: het omgaan met faalangst en groepsdruk, een ondersteunende begeleidingshouding, het omgaan met de bestaande groepsdynamiek en de praktische organisatie.


Vrijheid
Veiligheid en vrijheid zijn twee kanten van dezelfde medaille: je installeert een sfeer waarbinnen experiment, risico en creativiteit worden gewaardeerd (veiligheid), en tegelijk bied je voldoende ruimte (mentaal, fysiek en sociaal) om effectief een eigen invulling aan een opdracht te geven (vrijheid). Bij het formuleren van de opdracht moet je dus niet alleen oog hebben voor de richtlijnen die veiligheid bieden, maar er ook zorg voor dragen dat er voldoende openheid is. Het is daarbij belangrijk om de deelnemers te motiveren om de vrijheid actief te gebruiken en niet tevreden te zijn met hun eerste idee of resultaat. Ze moeten dus niet alleen durven (veiligheid) experimenteren, maar het ook kunnen (vrijheid) en willen (motivering).

Vrijheid draait niet alleen om kunnen experimenteren en tot eigen resultaten komen, maar ook om inspraak in inhoud, proces en praktische organisatie. Het bieden van de mogelijkheid tot inspraak stimuleert het persoonlijke leerproces en vergroot de intrinsieke motivatie. Ideaal is natuurlijk wanneer het programma vooraf samen met de groep kan worden opgesteld, maar dat is eerder uitzonderlijk. De mate van inspraak wordt voor een groot deel bepaald door de duur van de activiteit: hoe langer de activiteit duurt, hoe meer ruimte er is. Ook de leeftijd van de deelnemers speelt een rol. De keuze die je altijd moet bieden, is of deelnemers al dan niet (volledig) aan een bepaald deel van het programma meedoen. Niet iedereen hoeft per se alles gedaan te hebben. Dit heeft niet alleen te maken met vrijheid en intrinsieke motivatie, maar ook met verschillende interesses en leerstrategieën.


Uitdaging
Je kan ervoor zorgen dat de geboden vrijheid goed wordt benut en in een echte leerervaring wordt omgezet door de deelnemers uit te dagen om hun grenzen af te tasten. Een dergelijke grensverleggende leersituatie ontstaat vooral wanneer we mensen buiten hun comfortzone brengen: net ver genoeg waardoor ze nieuwe oplossingen moeten zoeken, maar toch nog dicht genoeg bij bekend terrein zodat ze zich veilig genoeg voelen om te experimenteren. 

Je start het best met kleine uitdagingen om de deelnemers een reeks succeservaringen te geven waaruit ze de motivatie kunnen putten om door te gaan en nieuwe ideeën en opdrachten uit te proberen. Omdat de kennis en de vaardigheden van de deelnemers op die manier groeien, moet je later in het leerproces grotere uitdagingen en meer verantwoordelijkheden aanbieden om de motivatie en de flow intact te houden. Uitdaging hoef je niet alleen te zoeken in de opdrachten: je kan deelnemers ook uitdagen in de reflectiemomenten tussen de opdrachten door en in de nabespreking. Dat hoeft ook niet noodzakelijk volledig afgerond te worden op het einde van de activiteit: je kan een vraag, stelling of probleem onopgelost laten.

Bij het vergroten of verkleinen van de uitdaging is het belangrijk om oog te hebben voor verschillende aspecten: het inhoudelijke, technische, sociale … speelt allemaal een rol. Je mag ook niet vergeten dat kunst en erfgoed op zich reeds behoorlijk uitdagend kunnen zijn. De hele setting van het gebeuren alleen al (bijvoorbeeld: een uitstap naar een cultuurcentrum, museum of theater) kan een grote uitdaging vormen voor deelnemers. Daarnaast kunnen experiment, risico en creativiteit relatief onbekend terrein zijn, bijvoorbeeld voor deelnemers die meer vertrouwd zijn met didactische verklarende educatie.


Lees verder
3.4. Vijf basisinstrumenten
BAMM vzw

Vaartkom 4
3000 Leuven
info@bamm.be
+32 016 65 94 65




De deelmerken
Missie & Visie
Geschiedenis
Methodiek

Bazart
AmuseeVous
Mooss
Mastiek
Projecten

Team
Bezoek
API

Jobs
Nieuws

  
nr: 0422.357.794 — RPR Leuven